PiWi PiWatte
België heeft verschillende troeven als (opkomend) wijnland, maar we kunnen er niet onderuit, het is ook koud en nat. Laat dat nu net twee eigenschappen zijn waar druiven niet zo van houden. Het leidt vaak tot allerlei ziektes en schimmels, hoe goed de wijnbouwer zijn werk ook doet. Lang dacht men in de wijnwereld dat de oplossing lag in het – rijkelijk – strooien en sproeien met natuurlijke stoffen als zwavel en koper, iets wat ook vandaag nog door veel wijnbouwers toegepast wordt. Ook het “natuurlijke” arseen werd tot in de jaren ’80 in de wijnbouw gebruikt ter bestrijding van een aantal schimmels, maar dat laatste is ondertussen – terecht – verboden.
Halverwege de jaren ’50 van de vorige eeuw bracht de industrie ook heel wat synthetische middelen op de markt waarmee de wijnbouwer zijn planten kon behandelen. Ondanks de aanvankelijke omzetstijgingen, bleek echter dat al die middelen op termijn nefast waren voor het bodemleven en uiteindelijk ook voor de gezondheid van de druivenplanten zelf (om nog maar te zwijgen van de gezondheid van de wijnbouwer).
Tijden veranderen, wijnbouwers dus ook en men begon in de wijnbouw steeds meer te zoeken naar duurzame en milieuvriendelijke oplossingen om de schimmels en ziektes in de wijngaard te lijf te gaan. De zoektocht naar ecologische sproeimiddelen blijft ook vandaag nog steeds doorgaan, maar er zijn ook wijnbouwers die het over een andere boeg gooiden en die zochten hoe de druivelaar zelf zo sterk en zo resistent mogelijk kon gemaakt worden.
Na verschillende grote wijnplagen in de 19e eeuw , waarvan phylloxera de bekendste is, en gebruik makend van een traditionele landbouwtechniek begon de Franse arts Albert Seibel in 1895 al verschillende soorten druivenrassen met elkaar te kruisen, met name de vitis vinifera, waarvan bijna alle Europese druiven (chardonnay, riesling, pinot noir, …) afstammen en de vitis labrusca, die men vaker in Noord-Amerika aantreft en de vitis amurensis die vooral in Aziatische landen voorkomt. De druiven die het resultaat zijn van dergelijke kruisingen noemt met interspecifieke of hybride druiven. In Duitsland, het moederland van heel wat hybride druiven, duidt men deze druiven aan met pilzwiderstandsfähig (= schimmelresistent), afgekort als PiWi, een roepnaam die ook in andere landen waar men deze soorten teelde, werd overgenomen.
In de landbouw in het algemeen is een dergelijke veredeling niets bijzonders en wordt ze op tal van producten – planten en dieren – toegepast. Ook in het geval van de druivelaar leek de ingreep succesvol en de kruisingen leverden druivelaars op die beter bestand waren tegen schimmels en allerlei andere ziektes. Mission accomplished dus, of …?
Fox in da house!
Hoewel dé oplossing voor het phylloxera-probleem uiteindelijk bij een andere techniek lag, namelijk het enten van Europese druivenstokken op Amerikaanse onderstokken, bleef Seibel- en na hem nog vele anderen – de piste van het kruisen van druivenstokken verder onderzoeken met het oog op ziektebestrijding bij de wijnplanten. Seibel ging erg grondig te werk en maakte uiteindelijk meer dan 16.000 kruisingen. Het merendeel van de kruisingen bleken kwalitatief ondermaats te zijn, maar een vijfhondertal werden in de loop der jaren in min of meerdere mate gecommercialiseerd. Ook andere wetenschappers ontwikkelden nieuwe interspecifieke soorten.
Wijnen van hybride druivensoorten hebben fervente voor- en tegenstanders. De laatste twintig jaar laaide het debat herhaaldelijk op, waarbij de opponenten elkaar vaak met erg emotionele argumenten confronteerden. Voorstanders wijzen op het duurzaamheidsaspect, tegenstanders beweren vlakaf dat er wel druiven groeiden aan hybride wijnstokken, maar dat je er geen goede wijn kan van maken.
Het voornaamste argument waarmee tegenstanders komen aanzetten is het aromapatroon van wijn van hybride druiven, en dan vooral die hybrides die ontstaan uit kruisingen met Amerikaanse druivensoorten. Zeker in wijnen van hybride druiven van 10-20 jaar geleden kon je een nog onaangename animale of muskusachtige aroma’s aantreffen. Sommigen verwijzen naar naftaleen, of – minder vriendelijk – mottenbollen. Wie het iets neutraler wilde verwoorden, kwam uit bij termen als “foxy”.
De oorzaak van het “foxy” aroma moet wellicht gezocht worden bij methylantranilaat, de ester van antranilzuur. Waar die ester in wijn zelf vaak voor onaangename aroma’s zorgt, wordt het paradoxaal genoeg in de voedingsindustrie gebruikt om de populaire snoepjes winegums, hun kunstmatige druivensmaak te geven.
Of die foxy aroma’s een echte wijnfout zijn, een natuurlijk gegeven of veeleer een kwestie van acquired taste, laat ik aan anderen over om te beslissen, maar de doorsnee wijnconsument heeft toch vaak een sterk voorbehoud tegenover dergelijke aroma’s. Wijnbouwers zijn vaak particuliere karakters, maar de meesten onder hen, hebben toch voldoende commerciële flair om zich te realiseren dat men het foxy tintje best in bedwang zou houden. Dat leidde tot allerlei her- en terugkruisingen waarbij het zaak is om én de beschermende eigenschappen ten gevolge van de kruising te behouden én ook het foxy karakter van de wijn te temperen.
Wie zoet is, krijgt lekkers …
Wijn van interspecifieke druiven heeft ondertussen een lange weg afgelegd. Niet alleen werden de kruisingen hoe langer hoe verfijnder, maar ook de ervaring van de wijnbouwer met interspecifieke rassen neemt hand over hand toe. Heeft dat dan tot betere wijn geleid?
Er is heel wat indirect bewijs dat wijn van interspecifieke soorten stilaan uit het verdomhoekje komt. Op de verkiezing van de Beste Belgische Wijn 2023, werden vier wijnen van interspecifieke druivenrassen bekroond met een gouden medaille: Rosé – Vignoble des Trois Rois; Solaris – Domaine Viticole du Chapitre; Acapella 2022 – Vin de Liège en Ô de Craie 2021 – Vin de Liège. Ook in de allereerste Gault & Millau Gids voor Belgische Wijn gingen twee Belgian Wine Award naar wijn van interspecifiek soorten: L’Insoumise – reserve 2019 en Notes Blanches – 2021, allebei van Vin de Liège. Als we op internationaal niveau gaan kijken dan zien we dat bij de recentste editie van de PIWI Wine Award International 24 Belgische wijnen een medaille behaalden.
Ondanks die mooie resultaten, voelde Stefaan Soenen, wijnschrijver en medewerker aan Perswijn, dat wijn van interspecifieke soorten toch nog wat inspanningen moet leveren om de hearts and minds van de wijnliefhebbers te winnen. Daarom bracht hij op 11 november 2023 een proefpanel samen dat bestond uit wijnbouwers, wijnhandelaars, sommeliers, wijnschrijvers en gewoon wijnliefhebbers. Plaats van actie was domein Petrushoeve in Bekkevoort (Hageland), dat recentelijk op de PIWI Wine Award International 5 gouden en 6 zilveren medailles behaalde.
Dit is het eerste deel van een driedelige bijdrage over de Proeftafel Belgische wijnen van Interspecifieke druivenrassen. De volgende twee bijdrages zullen proefnotities bevatten van de wijnen die op 11 november gepresenteerd werden.
2 reacties op “Geen vossen in dit vochtig laagland. Verhalen van de proeftafel (1/3)”
[…] Geen vossen in dit vochtig laagland, deel 1. Geen vossen in dit vochtig laagland, deel 2. […]
[…] & Gaard was aanwezig op de proeftafel en schreef hierover drie blog-artikels (1, 2 en 3). Ook Stefaan Soenen en Marc Roovers berichtten over de […]